Cornelis Chastelein: Perbedaan antara revisi

Konten dihapus Konten ditambahkan
Kembangraps (bicara | kontrib)
Tidak ada ringkasan suntingan
Kembangraps (bicara | kontrib)
Tidak ada ringkasan suntingan
Baris 1:
'''Cornelis Chastelein''' ({{lahirmati|[[Amsterdam]]|10|8|1657|[[Depok]]|28|6|1714}}) adalah seorang tuan tanah di daerah [[Depok]] pada masa awal kolonisasi [[VOC]] di [[Jawa]]. Nama Chastelein tidak terpisahkan dari sejarah keberadaan sekelompok orang pribumi [[Kristen Protestan]] pertama di Asia, yang dikenal sebagai orang [[Belanda Depok]].
 
Cornelis lahir dari keluarga keturunan pedagang sebagai bungsu dari delapan bersaudara. Ayahnya adalah seorang [[Huguenot]] dari [[Perancis]] yang menetap di Belanda dan ibunya adalah anak walikota [[Dordrecht]], bernama Maria Cruydenier.
Baris 13:
Budak-budak Chastelein berasal dari berbagai suku di Indonesia: [[suku Bali|Bali]], [[suku Ambon|Ambon]], [[suku Bugis|Bugis]], dan [[suku Sunda|Sunda]]. Konon, Chastelein dikenal anti-perbudakan, karena menurut dewan gereja perbudakan bertentangan dengan ajaran [[Injil]], khususnya bila budaknya beragama Kristen. Karena itu, hingga kematiannya pada 1714 tercatat sekitar 200 orang dibebaskan olehnya dari perbudakan setelah memeluk Kristen Protestan. Terdapat 12 keluarga (marga) yang dibebaskan olehnya. Mereka inilah yang kelak populer dengan sebutan "Belanda Depok". Kelompok ini juga diklaim sebagai kelompok protestan pertama di timur.
 
Pada tahun 1704 Chastelein kembali bekerja di VOC sebagai anggota dewan luar biasa. Baru pada tahun 1708 ia diangkat sebagai anggota biasa hingga akhir hayatnya pada tahun 1714.
<!--
 
Chastelein menikah dengan Catharina van Quaelborg dan memiliki seorang putra, Anthony. Dia diketahui juga memiliki putri angkat berdarah campuran bernama Maria. Sepeninggalnya, lahan seluas 1240ha di Depok dihibahkannya kepada ke-12 famili bekas budaknya sampai keturunan-keturunannya. "Vrijgegeven lijfeigenen benevens haar nakomelingen het land voor altijd zouden bezeeten ende gebruyke", demikian tertulis dalam surat wasiatnya.
 
Slavengezinnen
Voor zijn landgoed Depok had Chastelein twaalf slavengezinnen gekocht over wie in de beschikbare documenten wordt gezegd, dat ze uit alle delen van de archipel kwamen: Balinezen, Ambonezen, Boeginezen en Soendanezen. Het vermoeden bestaat, dat zich onder hen ook nazaten van de Mardijkers bevonden. Mardijkers waren de halfbloed nakomelingen van Portugese kolonisten en dientengevolge waren ze reeds tot het rooms katholicisme bekeerd. Hun naam ontlenen ze aan het Indonesische woord Merdekka dat ‘vrij’ of ‘onafhankelijk’ betekent.
 
Het staat vast, dat van de twaalf oorspronkelijke families er tenminste vijf families zijn die – bij het aanvaarden van het (protestants) christendom – een nieuwe naam kregen van Chastelein. Vast staat ook, dat een deel van de families rooms katholiek was, voordat zij door Chastelein tot het protestantisme werden bekeerd. De twaalf oorspronkelijke familienamen zijn: Bacas, Isakh, Jacob, Jonathans, Joseph, Laurens, Leander, Loen, Sadokh, Samuel, Soedira en Tholense. Na de tweede wereldoorlog komt de naam Sadokh niet meer voor.
 
Isakh, Jacob, Jonathans, Joseph en Samuel zijn de Bijbelse namen die Chastelein aan de bekeerde slavenfamilies heeft gegeven. De overige zeven families behielden de namen die ze al hadden en het vermoeden lijkt gewettigd, dat het hier om mensen gaat die al christen, d.w.z. rooms katholiek, waren. Uit de documenten blijkt, dat hun overgang naar het protestantisme geen problemen opleverde.
 
In 1704 trad Chastelein weer in dienst van de VOC als ‘extra-ordinair Raad’. Nadat hij in 1705 voor het eerst zitting nam in de Raad van Indië werd hij in november 1708 benoemd tot ‘Ordinair lid van den Raad van het Nederlands India’ met een maandelijkse toelage van 350 gulden per maand. Deze functie heeft Chastelein tot aan zijn dood bekleed.
 
Huwelijk
Cornelis Chastelein was gehuwd met Catharina van Quaelborg. Zij was waarschijnlijk zijn nicht, daar haar vader, Raad van Indië, getrouwd was met ene Henriëtte Chastelein.
 
Zij hadden één zoon Anthony, terwijl uit het testament van Chastelein blijkt dat ze ook nog een meisje van gemengd bloed als dochter hebben aangenomen: Maria Chastelein mixtiese (5 juni 1693). Cornelis Chastelein overleed op 56-jarige leeftijd, op 28 juni 1714 om 4 uur in de middag en 28 juni is nog steeds de officiële dag dat Chastelein wordt herdacht.
 
Naast zijn grote bekwaamheid als zakenman was Chastelein een sociaal bewogen mens die zijn tijd ver vooruit was. Zijn grootste verdienste evenwel was zijn nalatenschap aan zijn lijfeigenen. In zijn testament had hij laten vastleggen dat de twaalf oorspronkelijke families het landgoed Depok, 1240 ha. groot, als een communaal bezit van hem zouden erven en daarmee tevens hun vrijheid zouden verkrijgen. En aldus werd bepaald dat “vrijgegeven lijfeigenen benevens haar nakomelingen het land voor altijd zouden bezeeten ende gebruyke’.
 
Er zijn sommigen geweest die de goede bedoelingen van Chastelein in een verkeerd daglicht hebben geplaatst, door te beweren dat de overgang tot het christendom een voorwaarde zou zijn tot het in bezit verkrijgen van het landgoed Depok. Uit niets blijkt echter, dat dit het geval is geweest. Integendeel, Chastelein maakte op legitieme wijze gebruik van de bepalingen van de kerkenraad, om zodoende – ook na zijn dood – aan zijn werknemers de zekerheid op een vrij leven te kunnen garanderen.
 
Betekenis van Depok
Als verklaring voor de naam Depok wordt doorgaans beweerd dat het een letterwoord is met de betekenis: ‘De Eerste Protestantse Overzeese Kristengemeente’. Dit is niet de oorspronkelijke betekenis, daar de naam Depok reeds bestond voordat er van een christelijke gemeenschap sprake was. De eigenlijke betekenis van Depok is: ‘Verblijfplaats van iemand die in afzondering leeft’. En deze betekenis doet recht aan de levenshouding van Chastelein: ‘midden in deze wereld, maar niet van deze wereld’.
 
Als we beseffen dat het bijbelse getal 12 o.m. staat voor het begin van een ‘nieuw volk’, en we dit getal betrekken op de twaalf oorspronkelijke families, dan geeft dit inhoud én betekenis aan de wens en de opdracht van Cornelis Chastelein, toen hij testamentair liet vastleggen dat het zijn “uyterste wille en intentie” was “om daar een fraaie Christenbevolkinge mettertyt van te doen groeyen…”
 
Als stille getuigen van het unieke verleden van dit bijzondere dorp in de gordel van smaragd, zijn sinds 1998 de twaalf familienamen van de oorspronkelijke Depokers zichtbaar gemaakt. Als symbool van de vrijheid die Cornelis Chastelein hen verschafte, zijn ze uitgebeiteld in de twaalf grote houten deuren van de gerenoveerde hervormde kerk van Depok die sinds 1854 een centrale plaats inneemt in het leven van de Depokers. -->
 
==Lihat pula==